Doodendraad 17 sep 2015

5 1 Waarschuwingsbord17 september :Bezoek tentoonstelling "Groote Oorlog rond de Kluis" - Achel
Thema "DE DOODENDRAAD" 1915 – 1918
Om 14.00 uur was het verzamelen geblazen aan Sint-Benedictusabdij van Achel (trappisten). Deze keer niet voor het bijwonen van een none of terts maar wel voor een tentoonstelling over een dodelijke grensdraad die hier 100 jaar geleden werd geplaatst. Grenzen afsluiten is zo oud als de mens zelf : denk maar aan de Chinese muur, de "Hadrianus" in Schotland, de scheiding tussen Noord- en Zuid Korea,... en recenter ook in Hongarije en Turkije.


De Eerste Wereldoorlog wordt vanzelfsprekend gerelateerd met de enorme ellende die heeft plaatsgevonden in de Westhoek. Minder is bekend dat de Duitse bezetter ook rekening moest houden met vluchtelingen, oorlogsvrijwilligers, spionnen en smokkelaars die via het neutrale Nederland hun heil zochten. De bijna 450 km lange Belgisch-Nederlandse grens tussen het toenmalige "Vierlandenpunt" bij Aachen en Knokke werd bewaakt en gecontroleerd respectievelijk door Duitse "Landsturm"-troepen en de Nederlands Marechaussee.

De inzet van mens en materieel was niet meer houdbaar en de Duitse bezetter voelde zich genoodzaakt om België "in te kooien". Vanaf einde 1915 werd op verschillende plaatsen gestart met het plaatsen van een elektrisch geladen draad langs de grens. Onder leiding van de Beierse 2de Landsturm-Pionier-Kompagnie moesten opgeëiste Belgen deze enorme klus klaren. Het tracé werd uitgestippeld door officieren van het Generalgouvernement .

 

Er werd rekening gehouden met natuurlijke obstakels zoals vennen en moerassen maar niet met het eigendom van de lokale bevolking. Hier en daar werden mensen uit hun huis verdreven om de drie rijen palen te kunnen plaatsen. Aan de buitenste palen werd een gewone (prikkel)draad gespannen terwijl op de middelste paal een draad met een dodelijke lading van ongeveer 3000 volt werd aangebracht.

Dodendraad nabij Sluis collectie heemkundekring Baarle HertogElektriciteit was nog niet overal ingeburgerd en zelfs de letale gevolgen bij aanraking ervan waren nog minder gekend. De totale stroomdraad (340 km) werd gevoed vanuit Aachen, Kaulille, Stevensvennen en Kapellen. De enige mogelijk om naar het buurland te gaan kon mits het betalen van een "passierschein" dat slechts voor enkele uren geldig was. Jonge mannen kregen vanzelfsprekend geen toelating om het land te verlaten. Toch zijn er veel mensen in geslaagd om de "Doodendraad" te passeren al dan niet met behulp van anderen; de zogenaamde "passeurs". Dit deden ze ofwel door omkoping van de Duitse wacht die bijvoorbeeld de stroom uitschakelde ofwel met een zogenaamd passeerraam dat tussen de stroomdraad werd geplaatst. Dit was niet zonder risico omdat er 's nachts zowel Duitse als Nederlandse militairen langs de draad patrouilleerden en deze aarzelden niet om te schieten.


Een 1500-tal mensen waren onfortuinlijk in hun ontsnappingspoging en "bleven hangen aan de draad" zoals men dat vroeger vertelde.


Het werd een boeiende en leerzame namiddag die werd afgesloten met een warme maaltijd vanzelfsprekend voorzien van een lekkere Achelse trappist.
Meer informatie over deze tentoonstelling: www.noordlimburg1914-1918.be Geert Stevens